Oorzaak, gevolg en vooronderstelling

Oorzaak en gevolg zijn vaak moeilijk te scheiden. UVA-hoogleraar Wagenmakers constateert een redeneerfout in Swaab’s nieuwe boek Het creatieve brein in Ten Eerste (VK) van 7 september 2016. Het gaat om het verschil tussen de correlatie van twee fenomenen en de vraag of het ene fenomeen het andere heeft veroorzaakt. (Over andere fouten kun je de NRC van 8/9 oktober 2016 uitgebreid lezen.)

Vooropgesteld wordt dat ik het nieuwe boek niet gelezen heb, maar de redeneerfout klinkt zo bekend in de oren dat ik er toch over wil schrijven. Wat is het geval? Er is een statistisch verband gevonden tussen een grote amygdala, een gebied in de hersenen,  en het hebben van veel Facebook-vrienden. Swaab’s conclusie: een vergrote amygdala leidt tot meer sociaal gedrag. Maar zolang alle andere mogelijke oorzaken niet zijn uitgesloten, mag je die conclusie niet trekken! Bovendien weet je niet of het sociale gedrag de grote amygdala niet veroorzaakt heeft…

Veel politici maken diezelfde redeneerfout, maar dan gaat het om fenomenen buiten onszelf die eenvoudiger te constateren zijn. Als de fenomenen zich in het menselijk lichaam afspelen, moet je nog veel voorzichtiger zijn, want in het menselijk lichaam is alles met alles verweven. Daar is vrijwel geen oorzaak en gevolg te vinden, alleen heel eenvoudige relaties zoals: als je veel  drinkt moet je veel plassen.

Maar bij Swaab gaat het volgens mij niet alleen om de drogredenering, maar ook om de vooronderstelling die de grondslag vormt voor die redenering. Als je namelijk denkt dat wij ons brein zijn en geen vrije wil hebben, ga je uit van een autonoom, alles overheersend brein. Een zelfstandig brein met een onbetekenend lichaam. Niet onlogisch voor een hersenwetenschapper, maar daarom nog geen juiste veronderstelling!

Want hoe kan een brein zich ontwikkelen of in leven blijven zonder lichaam? Afgezien van onze genen, heeft ons brein alles wat het heeft geleerd dat middels het lichaam geleerd. En zonder lichaam zal het niets meer bijleren en nutteloos zijn! Mijn conclusie: brein en lichaam zijn één, onlosmakelijk verbonden tijdens ons leven, en beide even belangrijk voor ons. Wij zijn heel de mens, met al onze geestelijke en lichamelijke voorzieningen en gebreken.

En als hele mens hebben we zeker een wil, en waar die zetelt lijkt me niet belangrijk. Of die wil vrij is of niet, lijkt mij ook weinig belangrijk. Het gaat erom dat heel de mens een wil heeft, anders ben je een willoos en stuurloos geheel, en dat wil gelukkig vrijwel niemand zijn.

Hein van Steenis (9 oktober 2016)



Reacties zijn gesloten.