AI = Absoluut Imitatie
De ontwikkelingen rond AI naderen het kookpunt. Kranten staan bol van de vele successen, en de hoeveelheid in AI geïnvesteerd geld rijst de pan uit. De AI-hype is zo groot dat de vraag actueel is of computers al dan niet menselijke intelligentie kunnen bevatten.
Tijd voor een realistische visie op deze veel belovende techniek. Allereerst de naam ‘kunstmatige intelligentie’. Volgens mij zijn uitsluitend de ontwikkelaars intelligent en zijn hun producten Absoluut Imitatie. Dat bedoel ik niet denigrerend en wil ik graag uitleggen.
In verband met de AI-successen zult U mogelijk gehoord van het begrip deep learning, wat betekent dat kunstmatige neurale netwerken gebruikt worden, die van representatieve voorbeelden kunnen leren. Hoe dat precies gebeurt, is hier niet zo interessant. Het gaat erom dat er software wordt ontwikkeld aan de hand van een model (de bepaling van essentiële kenmerken van het onderwerp) en bergen voorbeelden van het onderwerp. Met een programma ontwikkel je daarmee automatisch AI-software die nieuwe voorbeelden herkent op basis van de eerdere voorbeelden.
Het principe daarvan is al meer dan 50 jaar bekend, maar eerst nu praktisch mogelijk geworden door de groeiende computercapaciteit, speciale processoren en de beschikbaarheid van programmatisch gereedschap. Hiermee zijn echt spectaculair nieuwe mogelijkheden geschapen, zoals de zelfrijdende auto, de Go-computer, teken-, spraak- en beeldherkenning, chatbots, en noem maar op. Je kunt het bijna zo gek niet verzinnen of het kan met AI, als je maar een model en voldoende voorbeelden hebt.
Maar is het terecht om bij de zo ontwikkelde producten van intelligentie te spreken? Volgens mij is dit vooral ‘imitatie’, geen ‘intelligentie’. AI leert alleen van voorbeelden uit het verleden – imiteert dus het verleden – maar biedt geen nieuwe inzichten of oplossingen. Naar mijn smaak houdt intelligentie juist in dat er iets nieuws en iets beters gecreëerd wordt.
Maar er is toch programmatisch gereedschap dat steeds bijleert van nieuwe voorbeelden, kan worden tegengeworpen. Denk maar aan de Go-computer! Inderdaad, maar ook dan blijft het toch leren van voorbeelden uit het verleden! Niet iets echt nieuws!
Dat kan ook niet naar mijn smaak. Alle deep learning AI-oplossingen worden statistisch bepaald aan de hand van voorbeelden. Zij werken met een soort doorsnee van alle voorbeelden, waarbij blijft gelden dat in het verleden behaalde resultaten geen garantie voor de toekomst bieden. Terwijl intelligentie volgens mij persoonsgebonden is, met een redelijke zekerheid dat die in de toekomst wél garanties voor originaliteit biedt.
Maar een mens moet toch ook leren van voorbeelden, zult u zeggen. Inderdaad, maar wij hebben daarnaast geleerd om verder te denken. Wij kunnen lang niet zo goed als een computer statistisch verantwoorde conclusies trekken uit het verleden, maar wel met originele, nieuwe ideeën komen.
AI-adepten zullen zeggen dat dit allemaal een kwestie van tijd is en meer computercapaciteit, maar ik denk dat het toch anders ligt. Wij zoeken een steeds meer perfecte en voorspelbare wereld. Omdat technologische ontwikkelingen steeds verder doordringen in onze maatschappij, zal op een ogenblik een calamiteit met een technologie zijn terugval betekenen. Een dolgedraaide zelfrijdende vrachtwagen die op mensen inrijd, een robot die op tilt raakt of een automaat die internet platlegt. En vergeet niet dat door ons groeiend vertrouwen op computers voor belangrijke zaken het steeds eenvoudiger zal worden om kwaadwillende software te introduceren, getuige recent het WannaCry virus. Dat alles werpt een natuurlijke grens op aan het gebruik van elke nieuwe computertechnologie voor belangrijke functies.
Uit de oertijd van computers herinner ik mij dat leken gefascineerd waren door de flikkerende lampjes buiten op de computerkasten. Later werden computers magische krachten toegeschreven omdat ze miljoenen keren sneller konden rekenen dan mensen en alles konden onthouden. Nu kijken we op tegen schaak- en Go-computers die beter dan mensen kunnen spelen want schaak en Go zijn ijkpunten van menselijke intelligentie.
Begrijp me goed, de nieuwe ontwikkelingen van AI bieden fantastische mogelijkheden die ik zeker niet wil kleineren, maar we moeten duidelijk beseffen wat die precies inhouden. Ons niet laten meesleuren door deze nieuwste hype en van ‘intelligentie’ te spreken. Daarbij hoort een juiste woordkeuze: AI = Absoluut Imitatie van het verleden. Intelligent zijn alleen de mensen die AI-producten ontwikkelen. Daarbij komt dat alle AI-producten slechts één of meer kunstjes kunnen, en daardoor onvergelijkbaar zullen blijven met de sterk onderschatte algemene intelligentie van mensen.
“Het gevaar voor ons schuilt niet in de komst van superintelligente computers, maar in het ontstaan van subintelligente mensen,” schreef Hubert L. Dreyfus in 1992. We moeten niet denken dat machines onbegrepen krachten kunnen bezitten zoals mensen. Computers zijn en blijven machines die doen wat mensen hun opdragen. En we zullen onze visie op menselijke intelligentie moeten herzien, een herwaardering van menselijke intelligentie om het verschil tussen de nieuwe AI en menselijke intelligentie duidelijk te maken.
Hein van Steenis (25 juli 2017) Zie verder op www.vsteenis.nl