Bewustzijn en intelligentie
“Een man had zulke grote voeten dat hij zijn broek over zijn hoofd moest aantrekken. Wat vind je daarvan?” Dat was een van de vragen die mijn schoonmoeder aan kinderen stelde als onderdeel van een psychologische test. Een leuke vraag want voor het juiste antwoord moet je de situatie kunnen verbeelden én beoordelen – je van de situatie bewust worden én het resultaat van acties daarin verbeelden.
In het interessante artikel Decapitating Consciousness (6 maart 2017) stelt Robert Epstein dat er niets mysterieus is aan ons menselijke bewustzijn. Daarover zijn allerlei hoogdravende theorieën ontwikkeld. In 1995 is er 19 uur TV met allerlei grootheden geweest van Wim Kayzer “Vertrouwd en o zo vreemd,” over de vraag “Zullen we ook iets van ons bewustzijn kunnen begrijpen als we niet eerst ontraadselen waarop het drijft: geheugen en herinnering?”
Epstein stelt dat bewustzijn niets anders is dan onze waarnemingservaring. Die gebruiken we overal voor, onze oog-hand-voet coördinatie, ons begrip en ons hele functioneren. Op de een of andere manier vormen wij een soort ‘indruk’ van een (echte of verbeelde) situatie in ons brein en kunnen ons het resultaat van acties daarin verbeelden. Dat is essentieel om intelligent te kunnen handelen. Zonder dat zouden we zombies zijn en het goede antwoord op de beginvraag niet kunnen geven … en dit artikel nooit hebben kunnen schrijven of begrijpen.
We realiseren ons gelukkig niet dat wij over deze vanzelfsprekende functie beschikken, al gebruiken we hem elk moment van de dag al bijna ons hele leven lang. Een onbewuste functie die essentieel is voor intelligent gedrag en razend snel werkt. We realiseren ons evenmin dat we overal en altijd omringd zijn door lucht, die essentieel is voor ons bestaan want zonder zuurstof kunnen wij niet meer dan enkele minuten blijven leven.
Dat bewustzijn is overigens niet alleen voorbehouden aan mensen, denkt Epstein. Weten doen we dat niet, maar alles wijst er wel op. Zonder zulk bewustzijn zal geen levend wezen lang in leven kunnen blijven. Het is wel aannemelijk dat het ene levend wezen veel meer bewustzijn heeft dan het andere, afhankelijk van de noodzaak om goed te kunnen functioneren.
Ons bewustzijn is feilbaar. Ooit dachten mensen dat de aarde plat en het middelpunt van het heelal was. Om je eigen feilbaarheid te ervaren, kun je de Awareness Test op YouTube doen. Die toont een eenvoudig balspel van mensen met een witte of zwarte hoed, met de vraag om te tellen hoeveel keer de bal wordt overgespeeld. Door je selectieve aandacht daarop, zie je niet dat er ook nog iets anders gebeurd. Dat toont aan dat het bewustzijn in ons brein wordt gecreëerd aan de hand van onze selectieve aandacht en waarschijnlijk nog veel meer zaken.
Epstein (psycholoog) stelt dat bewustzijn helemaal niet mysterieus is, en dát ben ik niet met hem eens. Het effect wordt wellicht begrepen, maar niet hoe die ervaring in ons brein tot stand komt. Hij denkt dat bewustzijn ook in computers kan worden gesimuleerd, zodat op een dag computers ons ook op het gebied van bewustzijn zullen kunnen overtreffen.
Volgens mij is bewustzijn – en intelligentie – individueel en voorbehouden aan levende wezens. Onlosmakelijk vastgekoppeld aan ons lichaam. Computers hebben geen lichaam, en zijn en blijven daardoor algemene en abstracte dingen. Ze kunnen intelligent gedrag imiteren, maar ze kunnen niet intelligent zijn zoals wij. Ze hebben geen lichaam!
Hein van Steenis (9 augustus 2017) Zie ook www.vsteenis.nl