Natuurlijke intelligentie

Zo’n 25 jaar geleden schreef ik een column waarin ik mijn verwondering uitte over de uitspraak van Hubert L. Dreyfuss (1992-1997), die stelde dat een computer geen menselijke intelligentie kan vertonen omdat het geen lichaam heeft. Revolutionair, want in die tijd was het lichaam een ‘dom ding’, en het brein alléén de gevierde bron van intelligentie.

Inmiddels is wel duidelijk dat een computer (zonder lichaam) wel degelijk in veel opzichten de intelligentie van de mens kan overstijgen, denk maar aan schaak, go en al die andere wapenfeiten waarover je wekelijks in de krant leest. Dankzij heel veel snelle computers, heel grote geheugens en erg slimme programmeurs.

Tijd dus voor een onderverdeling van intelligentie in: abstracte en statistische intelligentie (AI 2.0) die wel verwerkt kan worden door een computer, en natuurlijke intelligentie die dat niet kan omdat een computer geen lichaam (zintuigen) heeft. Over die laatste gaat deze blog.

Om dat te begrijpen, moet ik terug naar hoe wij als kind leren, want natuurlijke intelligentie ontstaat niet zo maar vanzelf. Sommige mensen zijn zeker intelligenter dan andere, en dat heeft te maken met hun aanleg én met hoe ze opgroeiden. We worden geboren met bepaalde mogelijkheden, en tijdens ons opgroeien blijkt hoe goed we die mogelijkheden ontwikkelen.

Bij het leren lopen als kind gebruiken we ons lichaam. We zien een voorbeeld en proberen dat zo goed mogelijk te imiteren. Al doende leren we dat in een paar maanden en verfijnen we dat daarna. Met een mooi woord ontwikkelen we zo ons ‘zintuiglijk bewustzijn’ voor wat betreft lopen. Zo’n zelfde ontwikkeling geldt voor allerlei vormen van natuurlijke intelligentie.

Ik kom hierop omdat ik al vele jaren buitenlanders probeer te helpen Nederlands te spreken om hier te kunnen studeren. Zij hebben vrijwel allemaal een academisch niveau in hun eigen land, maar ze hebben moeite met Nederlands, omdat onze taal veel eigenaardigheden kent en omdat we andere zinconstructies, letters of klanktonen gebruiken.

Afhankelijk van wat ze willen is mijn aanpak vrijwel steeds hetzelfde: leren door het te doen. Mijn suggestie is steeds om een tekst hardop te lezen, en zich niet te bekommeren om fouten te maken. In het begin moeten ze veel nadenken bij het uitspreken. Maar langzamerhand krijgen ze zo het gevoel voor Nederlands en het ritme van onze taal. Leren door het te doen, en dat leer je niet uit een boekje of online…. Daarvoor moet je je lichaam, je zintuigen, gebruiken!

Deze aanpak is gebaseerd op een aloude manier om een moeilijke tekst te begrijpen: door die tekst hardop lezen. Door daarbij twee zintuigen te gebruiken, gaat dat sneller en beter dan met alleen je ogen, is de theorie daarachter. Het gevoel voor het spreken van een taal leer  je ook het beste door het gewoon te doen.

Deze wijsheid heb ik gebruikt bij een stage in Denemarken. Mijn taalgevoel was minimaal, want ik ben een echte techneut. Maar ik had me voorgenomen dat ik daar alleen maar Deens wilde spreken. In de trein had ik daarom wat essentiële woorden geleerd: tellen, dagen van de maand, eten, drinken enzovoort. En ik heb doorgezet, en binnen twee  weken sprak ik al een aardig mondje Deens, soms met behulp van zo’n klein Prisma zakwoordenboekje. Grammatica is nog steeds niet aan mij besteed.  

In de afgelopen 35 jaar heb ik vrij veel kunnen schrijven, gesteund door mijn vrouw die wel taalgevoel heeft en in het begin al mijn schrijfsels corrigeerde. Dat is nu niet meer nodig, maar ik lees mijn geschreven teksten ter controle nog steeds hardop. Natuurlijke intelligentie ontwikkel je zelf met behulp van je eigen zintuigen, door het te doen…

Hein van Steenis (12 april 2021)      



Reacties zijn gesloten.