Acceptgiro verdwijnt
Afgelopen maand stond in de krant dat de acceptgiro gaat verdwijnen. De levensloop van de acceptgiro en mijn loopbaan vallen praktisch samen, bedacht ik. Reden voor een terugblik.
Met een reisbeurs en een assistentschap had ik in 1959 een MSc gehaald op Stanford, Californië, en ik was blut. Ik kon een zomerbaantje krijgen bij IBM in San Jose. Daar ontmoette ik de baas van het IBM Lab in Uithoorn, nieuw opgezet voor de automatisering van banken en giro’s met acceptgiro’s. Het klikte.
Heel vroeger betaalde iedereen met contant geld en had je een dikke portemonnee met bankbiljetten op zak. Banken kwamen met een chequeboekje, om ook met cheques te kunnen betalen. In Europa introduceerden de banken de betaalcheque, en ontstond de acceptgiro die met rekeningen werd meegestuurd. Nu betaalt vrijwel iedereen direct online en wordt de acceptgiro overbodig.
Banken en giro´s liepen en lopen nog steeds voorop in de automatisering omdat de verwerking van cheques een intensief proces is. Intensief omdat de verwerking zeer nauwkeurig moet zijn, alles wordt ter controle dubbel uitgevoerd! Vandaar dat de banken het verwerkingsproces steeds verder probeerden te automatiseren.
Tot in de jaren 1950 werden ponskaarten gebruikt voor financiële gegevensopslag en -verwerking. Die waren ontwikkeld voor de Amerikaanse volkstelling van 1890 (Hollerith); wat IBM later groot maakte. Bij de banken werd álle financiële informatie door ponstypisten overgebracht op ponskaart en vervolgens verwerkt.
In Nederland werden ponskaarten geïntroduceerd als acceptgiro, door de vaste informatie van tevoren aan te brengen, zodat alleen de handgeschreven informatie hoefde bijgeponst. Ponskaarten (dun karton met rechthoekige/ronde gaten) waren duur en de ponskaartmachines langzaam, vandaar dat men wilde overschakelen naar papier, computerprinters en optische tekenherkenning (OCR), in snellere lees- en sorteermachines.
Europese computerfabrikanten weigerden het Amerikaanse blokschrift (OCR A) hiervoor te gebruiken, en ontwierpen OCR B. Deze cijfers werden gebruikt door Europese banken en giro’s, geschikt voor verschillende druktechnieken.
De eis voor leesnauwkeurigheid van de ponskaartmachines bleef natuurlijk bestaan, geen sinecure bij de toenmalige kettingprinters met een meer of minder versleten lint. In de beginjaren 1960 was OCR een enorme klus want de variatie in drukkwaliteit was erg groot! Onze groep in Uithoorn had een representatieve verzameling van miljarden tekens. (Met de huidige laserprinters is de drukkwaliteit nu geen enkel probleem meer.)
In 1956 al had John McCarthy in Dartmoor de tem ‘AI’ geïntroduceerd, maar die pogingen om de menselijke intelligentie na te bootsen, waren iets heel anders dan wat wij deden. Wij hadden een technische benadering: ontwerp herkenningslogica, test die en verbeter de logica, en test die opnieuw, enzovoorts enzovoorts. Net zo lang tot de gewenste nauwkeurigheid bereikt was. Voor onze ontwikkeling gebruikten we snellere transistor computers, die ’s avonds en in de weekends in alle rust konden testen!!
De ontwikkeling van de automatisering van de bankenwereld liep door tot in de jaren 70, en ik kreeg ander werk. Maar de publicaties over computers en de wonderen van AI, wekten steeds meer mijn verontwaardiging op, begrijpend hoe ingewikkeld en anders ons brein werkt dan een machine. Vandaar dat ik na mijn vervroegde pensionering in 1987 – 34 jaar geleden – begon met het verduidelijken van ICT en zijn terminologie. De resultaten daarvan kan je lezen op mijn website (www.vsteenis.nl), waarop ook deze blog staat.
Inmiddels gaat de acceptgiro dus verdwijnen, het lab in Uithoorn heeft plaatsgemaakt voor huizen en mijn lichamelijke aftakeling is al flink op weg. Maar de wondere verhalen over de kunststukjes met AI zullen nooit verdwijnen, er zijn inmiddels te veel AI-wetenschappers opgeleid die de publiciteit moeten zoeken om geld voor hun projecten te krijgen! Om er vervolgens niets meer over te horen… Ik heb niets tegen AI-onderzoek, alleen wel tegen de claims welke wonderen dit zal opleveren.
Zie recentelijk bijvoorbeeld: “Komt na de mensenbrein en kunstmatige intelligentie straks de levende computer?” (de Volkskrant 22-12-2021).
Hein van Steenis, 13 januari 2022